zondag 28 oktober 2007
Slachtoffers
Jiggidy woot-woot, kwama!
Pas toen wij onze eerste X-peditie naar buiten waagden, mijn zoon en ik, merkten wij dat er bij onzen tijdreisch slachtoffers deden zijn gevallen, maar hier kom ik zoo aan toe.
Het ridderduel was reeds voorbij, en de beide ridders waren verfomfaaid doch voldaan teruggetogen naar hun kastelen, harnas onder de arm, toen wij het huis verlieten. We stapten het weidse weiland op, dat van een dusdanige sepia-kwaliteit was dat er geen twijfel over kon bestaan dat wij in de Middeleeuwen waren beland.
“Het is ongelofelijkerwijs”, mompelde ik, “Ongelofelijkerwijs. Fantastifrapsicalstisch! Een heuse tijdsprong. Bijzonder. Nanomagisch!”
Ik was van plan op expeditie te gaan en luttele pagina’s te wijden aan deez’ lange tocht door deez’ barre land, culminerend met onze vondst van een ras van voorhistorische creaturen, die voortdurend en aanhoudend ‘Tekelili!’ kreetten.
Dit zal echter moeten wachten, daar wij een nieuwe ontdekking deden, van ongekende aard en omvang.
“Pappe!”, zei Frits, “Pappe, moette kijken!”
Ik deed kijken, naar waar Frits heen wees. In eerste instantie zag ik niets. Hij wees slechts naar ons huis, daar midden in het weiland. Mijn eerste gedachten waren angstig. Ons huis zou toch niet tot leven zijn gekomen om vervolgens te pogen ons met huid en haar op te vreten? Neen, nóg niet ten minste.
Frits wees naar ónder ons huis. Er staken twee voeten onder deez’ huis uit, twee voeten aan enkels, voeten met laarzen, zwarte, stevige laarzen, van zeer goede makelij, zeker voor den Middeleeuwen. De rest van het lichaam lag onder het huis, en was ongetwijfeld zo plat als enen daalder! Ik moest wel een beetje lachen, ondanks den gravitas van den situatie.
“Ack-ack-ack-ack!”, lachte ik, “Hij is zo plat als enen daalder!”
Frits lachte ook. “Ja, maar door den euro is alles duurder geworden, dus eigenlijk is hij duurder dan enen daalder!”
“Ons huis moet pardoes bovenop hem zijn geland toen wij in deez’ schrecklichen tijdsera deden belanden”, constateerde ik, “De arme sul. Hij was slechts de verkeerde persoon op den verkeerde plaats.”
“Net als Volkert van der Graai, de baron van Lamsweerde”, zei Frits, “Die wist ook niet dat ze Kennedy gingen vermoorden.”
Ik wist niet waar hij het over had. Soms heb ik den gevoel dat er enen steekje bij mijnen zoon los zit.
“Nu, gedane zaken nemen geen keer”, zei ik, “Laten we eerstens dit terrein gaan verkennen, op zoek naar hulp!”
Bleek dat wij niet op zoek hoefden! Zij kwamen al naar óns toe, deez’ zomer. Vanaf een tenovergelegen heuvel kwam een groep volkeren aangemarcheerd, een gemeleerd gezelschap van enerzijds boeren met fakkels en anderzijds nog meer boeren met fakkels, en derdezijds een ridder te paard. Hij was het die naar ons toe kwam gereden, terwijl de boeren slechts riepen.
“Whaar is hy? Whaar is onze kooning?”
“We zhyn hemme kwyt! Whaar is hy heen?”
“Er zal hemme toch geen ongeluk zyn overkhomen?”
“Whaar is Arthuur, Koning der Britten?”
En nu pas zag ik het.
Naast het lichaam onder onzen huis lag een kroon, een heuse kroon, van goud, en geel, en franje, glanzend als een kievitsei, belegd met robijnen en diamanten zo groot als binten, fel fonkelend in het licht van den ondergaande zon!
VOLGENDE KEER: FRITS BOMMEL, KONING DER BRITTEN!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Verdorie, ik wil geen vervelende avonturen in de Middeleeuwen! Ik wil de rest van je recensie van Radioheads 'In Rainbows' lezen!
Een reactie posten